Het was laat op laatste zaterdagmiddag van de uitverkoop. Veel winkels en hun medewerkers oogden vermoeid. Schoenwinkels hadden genoeg van quasi geïmproviseerde magazijnstellingen met uitverkoop-restantparen.
Er kwam een frisse schoenwinkel in beeld. Naar binnen. Een vriendelijke meneer kwam mij stralend begroeten. “Welkom in mijn winkel, waarmee kan ik u gelukkig maken?”. Dat is schrikken, maar op een prettige manier. Ik vroeg of hij een paar schoenen had dat ik mooi zou vinden, voor een rotprijs. Hij had keus genoeg.
Hij wandelde met me langs zijn uitgestalde collectie. Mijn blik bleef hangen bij een paar prima ogende schoenen. “Tja”, zei de man, “nu ga ik u afleiden, want deze schoenen heb ik niet meer in uw maat.” Ik had mijn maat niet genoemd, hij bleek goed in te kunnen schatten. “Als u deze
schoenen aardig vindt, zijn deze, en deze mogelijk ook aantrekkelijk?” Het klopte.
In no time was ik aan het passen. De keus was snel gemaakt. Een paar schoenen, die ik mooi vond (en vindt), tegen een uitverkoopprijs. Met extra veters erbij – een alternatieve kleur – en een schoenlepel. De doos ging in een mooie katoenen draagtas. Had ik de schoenen nodig? Welnee! Maar ik was er blij mee. Met de schoenen en met de service. Zoals die zou moeten zijn, maar zelden is. Ik vroeg hem hoe het ging, met zijn zaak. Het liep fantastisch. Ik vroeg hem of hij hinder had van on line aanbieders. Hij keek me oprecht verbaasd aan.