Ego

Een mooie formule voor het succes van samenwerking luidt: succes is talent maal discipline, gedeeld door ego. Voor de bouw geldt daarbij dat het talent zichzelf opnieuw heeft uitgevonden. Ooit was het technische talent van de tekenaar annex rekenaar, van degene die al dan niet ingewikkelde bouwkundige problemen effectief op kon lossen, afdoende. Al een aantal jaren is daar een eis aan toegevoegd: men moet ook in de bouw effectief kunnen communiceren. Met potentiële opdrachtgevers, bij voorbeeld, die niet bouwkundig zijn. Die echter kunnen kiezen voor gunnen, of juist niet. Die kunnen kiezen voor aanbesteden, of juist niet. Die makkers kunnen zijn, of rakkers. Alle reden om dat extra talent te koesteren.

Alle reden ook om dat talent te trainen, ook. De formule suggereert dat het talent moet worden vermenigvuldigd met discipline. Nou is de bouw een branche waar men niet opkijkt van een cursus, van tijd tot tijd. Maar dat zijn dan vooral cursussen op het vlak van het eerste, technische deel van het talent. Trainen, om gedisciplineerd effectief te communiceren, is voorbehouden aan de kopgroep van het bouwpeloton, lijkt het wel. Interessant is de vraag of die kopgroep juist daarom de kopgroep is.

Succes is talent maal discipline, gedeeld door ego. Als talent en discipline zijn geborgd, is daar nog de uitdaging van het doseren van het ego. Toen ik deze formule onlangs op twitter losliet, leverde dat veel reacties op. De opmerkelijkste was dat dit een waardeloze formule was, die suggereerde dat minder ego dus meer succes op zou leveren. Dhu!
Tja. Hoe groter het ego, hoe moeilijker dat te relativeren. In deze tijd van ego economie lijkt het verstandig het ego van degene die ons iets kan gunnen te regisseren, in plaats van te kleineren, of te negeren. Tenzij ons ego ons bestaansrecht is, natuurlijk. Dhu!